Verlatingsangst
Opvoeden en opgroeien

Heeft jouw kind verlatingsangst?

Als jij wegloopt uit de slaapkamer en jouw baby gaat op dat moment huilen, dan kun je spreken van verlatingsangst. Je noemt het ook wel scheidingsangst. 

Het is misschien vervelend voor jou en voor je kind, maar het betekent wel 1 belangrijk ding. Namelijk dat jouw kind goed gehecht is. Dit is een natuurlijk en gezond onderdeel van de ontwikkeling van je kind, en het is sterk verbonden met een andere belangrijke mijlpaal: objectpermanentie.

Wat is objectpermanentie?

Objectpermanentie is het begrip dat objecten en mensen blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn. Voordat een kind deze vaardigheid ontwikkelt, leeft het in een wereld waar “uit het oog, uit het hart” letterlijk geldt. Als een speeltje uit het zicht verdwijnt, lijkt het voor de baby alsof het voorgoed verdwenen is. Dit verandert echter zodra het kind de vaardigheid van objectpermanentie ontwikkelt, meestal tussen de 7 en 9 maanden.

Je kunt zien dat je baby objectpermanentie begint te begrijpen wanneer hij of zij op zoek gaat naar een speeltje dat bijvoorbeeld achter je rug is verborgen. Het kind weet dat het speeltje er nog steeds is, zelfs als het niet meer zichtbaar is. Dit is een fundamentele stap in de cognitieve ontwikkeling, omdat het de basis legt voor later, complexer denken. Dus wanneer een baby ontdekt dat een ouder kan weggaan, maar nog steeds bestaat, kan dit leiden tot verlatingsangst. Dit is een periode waarin het kind angstig wordt bij de gedachte of het feit dat de ouder weggaat, zelfs voor korte tijd. Deze angst is het meest intens tussen 9 en 18 maanden, maar kan tot in de peutertijd aanhouden.

De relatie tussen objectpermanentie en verlatingsangst

De ontwikkeling van objectpermanentie is tweeledig. Aan de ene kant duidt het op groei en cognitieve ontwikkeling. Aan de andere kant leidt het tot het besef dat mensen, vooral de primaire verzorgers zoals ouders, kunnen verdwijnen uit het zicht, maar toch nog ergens bestaan buiten het zicht van de baby. 

Hoe ga je als ouder om met verlatingsangst?

Hoewel verlatingsangst moeilijk kan zijn voor zowel de baby als voor jou, zijn er manieren om deze fase te verlichten:

Begin met korte periodes van afwezigheid, zodat je baby kan wennen aan het idee dat je weggaat, maar ook altijd weer terugkomt. Belangrijk is dat je dit benoemt naar je baby. Hoe jong het ook is en gebruik hiervoor een vaste zin. 'Papa of mama loopt even naar de keuken, maar ik ben zo weer terug. Kijk, daar ben ik weer!'

Zorg voor een voorspelbare dagelijkse routine en dagritme. Dit geeft je kind een gevoel van veiligheid en stabiliteit, wat kan helpen om de angst te verminderen.

Wanneer je weggaat, kun je je kind afleiden met een favoriet speeltje of een andere vertrouwde volwassene om de overgang minder abrupt te maken. Een overgangsobject kan ook helpend zijn. 

Het is belangrijk om geduldig te zijn en je baby te troosten als hij of zij angstig is. Dit zal helpen om een gevoel van veiligheid te bevorderen. Boos worden of gefrustreerd raken kan juist verlatingsangst in de hand werken. Neem je afscheid van je kind als je hem op het kinderdagverblijf hebt gebracht en heeft het moeite met afscheid nemen? Loop nooit en te nimmer weg zonder duidelijk afscheid te nemen. Je kind raakt dan het vertrouwen in je kwijt en gaat jou juist in de gaten houden.  

Verlatingsangst en objectpermanentie zijn beide natuurlijke en belangrijke onderdelen van de vroege ontwikkeling van je kind. Hoewel het moeilijk kan zijn om met de emoties van je kind om te gaan tijdens deze periode, is het belangrijk om te onthouden dat deze fase tijdelijk is en een teken van groei en rijping in de cognitieve vaardigheden van je kind. Door begrip en geduld te tonen, help je je kind om deze ontwikkelingsfase door te komen met een sterker ontwikkelt gevoel van veiligheid en vertrouwen.

Categorieën